Elk oog heeft zes oogspieren: vier rechte en twee schuine spieren. Bij een rechte oogstand is er een goede balans tussen alle oogspieren. Deze balans zorgt voor een goede samenwerking tussen de twee ogen. Als deze balans verstoord is, staan de ogen niet meer recht, maar wijkt één van beide ogen af. Dit noemen we scheelzien (strabismus).
Scheelzien ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar kan ook op latere leeftijd ontstaan. Het komt voor bij 3-5% van de bevolking. Scheelzien kan zorgen voor zowel een cosmetisch als functioneel probleem. Kinderen die scheel kijken kunnen een lui oog ontwikkelen. Als scheelzien op latere leeftijd ontstaat, kan dit klachten over dubbelzien geven.
Deze aflevering van 'Het Klokhuis' gaat over scheelzien. Niet iedereen kan even goed zien. Sommige mensen kijken scheel. Gelukkig kunnen de orthoptisten daar iets aan doen. Maar hoe werkt dat precies als je scheelziet? Pascal zoekt het uit in het ziekenhuis.
"Zolang het me niet echt stoort laat ik er ook niets aan doen"
Lars
"Zolang het me niet echt stoort laat ik er ook niets aan doen" Lars
Het verhaal van Lars
"Op school ben ik er gelukkig nooit mee gepest," vertelt de 14-jarige Lars, "maar anderen zien het wel als ik moe word. Dan draait mijn rechteroog naar buiten en ben ik scheel. Zelf heb ik er weinig last van, dus zo lang het me niet echt stoort laat ik er ook niets aan doen.
De oorzaak van scheelzien is niet altijd bekend. Factoren die het ontstaan van scheelzien kunnen bevorderen zijn:
erfelijke factor
aangeboren scheelzien
een ongecorrigeerde brilafwijking
(infectie)ziekten
een oogbewegingsstoornis
ongeval
Verschillende vormen
Er zijn verschillende vormen van scheelzien.
Esotropie: één oog staat naar binnen gedraaid (convergent scheelzien)
Exotropie: één oog staat naar buiten gedraaid (divergent scheelzien)
Hypertropie: één oog staat naar boven (sursumvergens)
Hypotropie: één oog staat naar beneden (deorsumvergens)
Bovenstaande afwijkingen kunnen apart maar ook gecombineerd voorkomen. Scheelzien kan constant maar ook af en toe aanwezig zijn (intermitterend strabismus); het ene moment is het scheelzien wel aanwezig en het andere moment niet of verminderd aanwezig. Daarnaast kan het zijn dat scheelzien alleen opvalt bij kijken op afstand of bij kijken nabij. Ook kan het zijn dat scheelzien alleen aanwezig is bij kijken in een bepaalde blikrichting.
Bij pseudostrabismus is er geen echt scheelzien aanwezig. Door een brede neusrug lijkt het of het oog naar binnen staat. De orthoptist kan goed onderzoeken of er sprake is van echt- of pseudostrabismus.
Soms is er alleen scheelzien in verborgen vorm aanwezig (latent strabismus). Dit komt bij veel mensen voor en hoeft geen problemen te geven.
"Ik zou het zeker aanraden om zo'n operatie te doen"
Rob
"Ik zou het zeker aanraden om zo'n operatie te doen" Rob
Het verhaal van Rob
De ogen van Rob zijn meerdere keren geopereerd vanwege een afwijkende oogstand. Als vier jarig kind al en later tijdens zijn opleiding als leerkracht weer opnieuw. Deze operatie op eenentwintig jarige leeftijd was goed gelukt. Jaren nadien echter kwam zijn euvel langzaamaan wederom weer terug.
De gevolgen van scheelzien zijn afhankelijk van de leeftijd waarop het scheelzien ontstaat. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen de gevolgen van scheelzien dat ontstaat in de kinderjaren en scheelzien dat op latere leeftijd ontstaat.
Gevolgen van scheelzien, ontstaan op kinderleeftijd, kunnen zijn:
een lui oog (amblyopie). Als steeds het beeld van hetzelfde oog onderdrukt wordt, verdwijnt de prikkel tot ontwikkeling van gezichtsscherpte voor dat oog. Dit heeft als gevolg dat dit oog steeds minder ziet en een lui oog wordt.
bij dubbelzien voor het 8ste levensjaar zal dit snel verdwijnen, omdat de kinderen het vermogen hebben deze beelden in de hersenen te laten onderdrukken.
Gevolgen van scheelzien, ontstaan op oudere leeftijd, kunnen zijn:
dubbelzien, dit als het scheelzien ontstaan is na het 8ste levensjaar. De hersenen hebben het afwijkende beeld niet kunnen onderdrukken;
asthenope klachten, zoals hoofdpijn of wazig zien;
schaduwbeeld;
wiebelig zien.
De behandeling
Het ontstaan van een lui oog is één van de meest voorkomende gevolgen van scheelzien bij kinderen. Het is van belang om het luie oog als eerste te behandelen. Dit gebeurt door het starten van een amblyopie (lui oog-)behandeling. Sommige vormen van scheelzien kunnen volledig of gedeeltelijk worden gecorrigeerd met een bril. Het betreft hier vaak scheelzien (esotropie) ten gevolge van verziendheid (hypermetropie / plus-sterkte).
Andere behandelmogelijkheden zijn:
oefeningen
prismabril
Mocht het scheelzien met een bril en/of oefeningen onvoldoende gecorrigeerd kunnen worden dan kan een oogspieroperatie (ook wel scheelziensoperatie, strabismuschirurgie) uitkomst bieden. De orthoptist zal hierover adviseren.
De scheelziensoperatie
Een scheelziensoperatie vindt plaats aan de buitenste oogspieren. Deze oogspieren zitten direct onder het oogwit (sclera). Tijdens de scheelziensoperatie wordt de balans tussen de ogen veranderd. Hierdoor zal een zo recht mogelijke oogstand ontstaan. In sommige gevallen is één operatie niet voldoende om het scheelzien te corrigeren en zal een tweede en mogelijk derde operatie nodig zijn. De operatie kan plaatsvinden aan één of aan beide ogen. Een scheelziensoperatie wordt uitgevoerd door de oogarts. Uw orthoptist kan u hierin adviseren.
In de video van het Amsterdam UMC, locatie AMC, wordt uitgelegd wat je kunt verwachten bij een scheelzienoperatie. De uitleg gaat ook over hoe een scheelzienoperatie verricht wordt. Bij aanvullende vragen, wendt u zich tot uw behandelende oogarts of orthoptist. Er kunnen verschillen in de uitvoering, de voor- en nazorg van en bij een scheelziensoperatie zijn bij de verschillende behandelcentra.